De olifant

 

Afrikaanse olifant

De Afrikaanse olifant is het grootste nog levende landdier: soms letterlijk een tien-tonner met een schouderhoogte van vier meter. De Aziatische olifant en de Afrikaanse bosolifant (Tot voor kort werden de Afrikaanse savanneolifant en de Afrikaanse bosolifant beschouwd als twee ondersoorten van de Afrikaanse olifant. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat ze voldoende verschillen om ze als aparte soorten te zien. Onder 'de Afrikaanse olifant' wordt doorgaans de savanneolifant verstaan.) zijn niet heel veel kleiner.
 
Andere namen   slurfdieren
Wetensch. naam   Proboscidea; Elephantidae
Engelse naam   elephants
Verspreiding   Afrika; Zuidoost Azië
Voedsel   plantaardig
Leeftijd   gemiddeld 60 jaar
Lengte schouderhoogte   max. 3 m (Afr. bos-olifant) tot max. 4,2 m (Afr. steppe-olifant)
Gewicht   max. 3500 kg (Afr. bos-olifant) tot max. 12.000 kg (Afr. steppe-olifant)
Onderverdeling   2 geslachten
Aantal soorten   3

 


Afrikaanse Olifant in Samburu National Park (Kenia)

Het meest kenmerkende lichaamsdeel van olifanten is de slurf: een uitgroeiing van de neus en bovenlip. Ook de slagtanden van de Afrikaanse olifant en van de mannelijke Aziatische olifanten zijn indrukwekkend. Als bron van het kostbare ivoor zijn deze tanden echter ook bijna de ondergang voor de olifanten geworden. Tegenwoordig is de internationale handel mede door de inzet van het Wereld Natuur Fonds verboden.

Azië en Afrika
Honderd jaar geleden leefden ze nog steeds in heel midden en zuidelijk Afrika en in heel zuidelijk Azië. In Afrika en Azië is hun leefgebied nu zeer beperkt: in en rond beschermde parken in Afrika en in de laatste resten oerwoud in Azië, vooral in India.

Afrika nog 400.000 – 500.000; Azië nog 40.000
In Afrika leven nog ongeveer 400.000 tot 500.000 olifanten. In Azië nog ongeveer 40.000. Olifanten zijn erg lastig te tellen. De aantallen zijn dan ook ruwe schattingen. In 1989 is vrijwel overal op de wereld de internationale handel in de slagtanden van de Afrikaanse olifant verboden. Handel in onderdelen van de Aziatische olifant was eerder al niet meer toegestaan. De illegale handel in ivoor is nog steeds een bedreiging voor alle olifanten.

Drie soorten
Er zijn nog Drie soorten: de Afrikaanse olifant, de Afrikaanse bos olifant en de Aziatische olifant. De drie zijn familie van elkaar, maar verschillen wel van elkaar de verschillen .

De meest opvallende verschillen:
 
Afrikaanse olifant
(Loxodonta africana)
bosolifant
(Loxodonta cyclotis)
Aziatische olifant
(Elephas maximus)
• max 4 m hoog • 2,4 - 2,8 m (max. 3 m) hoog • /- 2,5 meter hoog
• 7.500 kilo zwaar • 1800 - 3500 kg • 5.000 kilo zwaar
• lange slagtanden • slagtanden zijn rechter en wijzen naar beneden • vrouwtjes geen slagtanden
• grote oren • Ronde oren • kleine oren
• slurf met twee puntjes • slurf met twee puntjes • slurf met één puntje
• plat voorhoofd • plat voorhoofd • twee bulten op het voorhoofd
• echte of holle rug • echte of holle rug • rug met een bochel

De savanne-olifant (Afrikaanse)

De Afrikaanse olifant is het grootste en zwaarste dier dat op het land leeft. Een paar maten en gewichten:

• Een Afrikaanse olifant wordt, van grond tot schouders, bijna 4 meter hoog.
• Een volwassen mannetje weegt tot 7.000 kilo en soms meer.
• Van het puntje van zijn slurf tot het einde van zijn staart is een mannetje ongeveer 9 meter lang.
• Olifanten oren kunnen van onder tot boven 2 meter lang worden.
• De slagtanden van een olifant kunnen meer dan 100 kilo zwaar en 3 meter lang worden.
  De zwaarste die ooit is gevonden woog 117 kilo

De Afrikaanse of savanne olifant wordt aanzienlijk groter dan de bos-olifant en zijn slagtanden zijn meer gebogen. Daarnaast heeft de bos-olifant rondere oren.
De verschillen tussen de Afrikaanse olifanten en de Aziatische olifant zijn nog duidelijker. De Afrikaanse hebben grotere oren dan de Aziatische. Bovendien hebben bij de Afrikaanse olifanten ook de vrouwtjes slagtanden.

Van alle olifanten heeft de Afrikaanse savanne-olifant waarschijnlijk het meest te lijden gehad van stroperij om het ivoor. (Het Wereld Natuur Fonds komt onder andere voor de olifant op door zijn leefgebied te beschermen en door de handel in ivoor te bestrijden.)
 
Andere namen Afrikaanse savanneolifant; savanneolifant
Wetensch. naam Loxodonta africana
Engelse naam African elephant
Verspreiding Afrika ten zuiden van de Sahara
Voedsel gras, twijgen, bladeren en schors
Leeftijd 60 jaar
Lengte schouderhoogte 3 - 3,7 m (max. 4,2 m)
Gewicht 3.000 - 7.000 kg (max. 12.000 kg)
Status bedreigd

 
Afrikaanse bos-olifant
De bos-olifant wordt niet zo groot als de savanne-olifant (het groostte landdier) en zijn slagtanden zijn rechter en wijzen naar beneden. Daarnaast heeft de bos-olifant rondere oren (de wetenschappelijke naam 'cyclotis' betekent 'rond-oor').

Het Wereld Natuur Fonds komt onder andere voor de Afrikaanse bos-olifant op door zijn leefgebied te beschermen, zoals enkele grote bos-reservaten in Kameroen. In het Addo-elephants National Park in Zuid-Afrika na bij Port Elizabeth kun je deze dieren ook vinden.
 
Bos Olifanten in ADDO Elephants park Zuid-Afrika  

 
Andere namen bosolifant
Wetensch. naam Loxodonta cyclotis
Engelse naam forest elephant
Verspreiding Zuid-Afrika, regenwouden West en Centraal Afrika
Voedsel bladeren, twijgen, vruchten
Lengte schouderhoogte 2,4 - 2,8 m (max. 3 m)
Gewicht 1800 - 3200 kg (max. 3500 kg)

Leefwijze

Bladeren en takken
Olifanten zijn planteneters. Dat is goed te zien aan hun vlakke kiezen, waarmee zij vrijwel de hele dag bladeren, takken, boomschors, gras en fruit vermalen. Zo’n honderd tot tweehonderd kilo per dag. Hun kiezen slijten daar behoorlijk van. Een olifant verliest daardoor tijdens zijn leven telkens een paar kiezen en kauwt dan verder met de volgende. Tot ze allemaal op zijn. Dan is hij een jaar of zestig en veel ouder zal hij niet worden omdat hij vanaf dat moment niet meer goed kan eten.

Olifantengeheugen
Olifanten onthouden precies waar ze eten en drinken kunnen vinden. Ze gebruiken soms honderden jaren lang dezelfde routes en dezelfde plaatsen om te eten en drinken. Het olifantenvrouwtje dat een groep leidt, kent die routes vaak nog van toen zij klein was en de weg werd gewezen door het olifantenvrouwtje dat toen de groep leidde. En die kende de routes weer van… Omdat olifanten goed kunnen onthouden en leren, worden ze in veel landen voor allerlei werk gebruikt, bijvoorbeeld om bomen te verslepen, als taxi, als legertank of in het circus.

Ruim anderhalf jaar zwanger
Er komen maar heel langzaam nieuwe olifanten bij. Het vrouwtje van de Afrikaanse olifanten is ongeveer 18 tot 22 maanden zwanger voor er een jong komt, het vrouwtje van de Aziatische olifant zo’n 20 tot 22 maanden. Zwanger worden gebeurd in een vrouwtjesleven maar eens in de vijf jaar. Een pasgeboren olifantenjong weegt ongeveer honderd kilo en heeft stugge, bruine haren. Als hij groter wordt, verdwijnen die, behalve bij zijn ogen en aan het puntje van zijn staart. Een olifantenjong drinkt de eerste twee jaar van zijn leven melk bij zijn moeder. Na die twee jaar weegt hij ongeveer vijfhonderd kilo.

Vrouwtjes in groepen, mannetjes alleen
Vrouwtjesolifanten leven in groepen van een stuk of tien tot soms wel zeventig vrouwtjes en jongen. Mannetjesolifanten verlaten de groep als ze een jaar of tien zijn. Ze zwerven dan alleen rond. Soms vormen zij samen met andere mannetjes tijdelijk in een kleine groep. Oude mannetjes leven meestal solitair. Bij de kuddes van vrouwtjes en jongen, heeft het oudste vrouwtje de leiding. Zij wijst de weg naar het eten. In de groep houden de olifanten op verschillende manieren contact met elkaar. Ze geven seintjes met hun oren: plat tegen hun hoofd betekent bijvoorbeeld gevaar. Ze maken ook geluiden naar elkaar. Deze geluiden zijn zo laag van toon dat mensen ze alleen met speciale apparatuur kunnen horen. Ze gebruiken ook hun slurf om naar elkaar te trompetteren, elkaar te ruiken en elkaar aan te raken. En hun buik geeft signalen. Normaal rommelt die de hele dag, maar als er gevaar dreigt wordt alles doodstil.

Kenmerken:

Huid
Olifanten hebben een huid van bijna twee centimeter dik. Om af te koelen flapperen ze met hun oren, zoeken ze schaduw of nemen een bad. In hun huidplooien blijven water en modder nog een tijdje hangen. Dat houdt de olifant ook een tijdje fris

Slagtand
Slagtanden zijn snijtanden in de bovenkaak die blijven doorgroeien. Ze worden gebruikt om gaten in de grond te hakken, een boom mee om te duwen, een vijand aan te vallen of de slurf op te laten rusten.

Slurf
De slurf vormt de neus en de bovenlip van de olifant. Hij kan er mee eten, drinken, douchen, snorkelen, groeten, trompetteren, voelen, worstelen, een vuiltje uit zijn oog halen en nog veel meer. En hij kan er heel goed mee ruiken.

Kiezen
Een olifant heeft vier grote kiezen in zijn mond. Hiermee maalt hij per dag wel honderd tot tweehonderd kilo groenvoer fijn. De kiezen slijten snel van al dat gekauw en worden daarom zes keer vervangen door nieuwe. Als de laatste kiezen zijn afgesleten, is de olifant vaak al zestig jaar. En is hij het einde van zijn leven nabij.

Oor
De oren helpen de olifant af te koelen. Daarnaast horen ze er natuurlijk mee. Ze kunnen hele lage geluiden opvangen die wij niet kunnen horen. Met die geluiden praten ze met elkaar over lange afstanden. Ook zijn de oren een soort seinvlaggen. Plat tegen hun hoofd betekent dat ze bang zijn. Helemaal uitgevouwen geeft aan dat ze boos zijn.

Buik
Olifanten eten bijna de hele dag door. Hun buik rommelt voortdurend van al dat plantenspul. Alleen bij gevaar is alles stil. Dan weten de andere olifanten dat er iets loos is.

Borst
Een moederolifant heeft haar uier tussen de voorpoten. Haar baby-olifant kan er maar net bij. Baby-olifantjes drinken met hun mond. Pas als ze water gaan drinken, leren ze hun slurf gebruiken voor die tijd vinden ze het maar een raar onhandig ding waar ze niet goed raad mee weten.

Poot
Een olifant loopt op zijn tenen. Je ziet daar weinig van omdat er een dik, vezelig kussen onder zijn hielen zit. Tenen en hielkussen vormen een breed pooteinde dat goed veert. Daar door stampen olifanten dus eigenlijk best zacht.

Te weinig ruimte
Het ivoor van de slagtanden van de olifant is altijd veel geld waard geweest. Mensen maakten er sieraden, beeldjes, toetsen voor de piano en biljartballen van. Zo’n twintig jaar geleden werden elk jaar bijna 100.000 olifanten doodgeschoten om hun slagtanden. Sinds die tijd is er veel verbeterd. Op een paar landen in zuidelijk Afrika na is de handel in ivoor verboden. Dat heeft vooral in het begin van de jaren negentig goed geholpen. Ook doordat er nu mooie en stevige soorten plastic zijn, wordt er minder ivoor gebruikt. Evengoed heeft de olifant het niet makkelijk. Zelfs met een verbod op de internationale handel in ivoor, wordt er nog steeds op olifanten gejaagd. Illegaal, maar soms ook legaal in Afrikaanse landen waar veel olifanten voorkomen en de dieren schade aanrichten. Want het grootste probleem is ruimte. Olifanten hebben ruimte nodig, met veel groenvoer en water en die ruimte is er steeds minder. Olifanten leven daardoor vaak te dicht op de mensen en dat loopt nogal eens verkeerd af. Olifanten vernielen, wanneer ze onderweg zijn, gebouwen en de oogst op het land en lopen ook nog wel eens een mens onder de voet. En daar maken ze geen vrienden mee.